HET WOORDENBOEK VAN KANT-EN-KLARE IDEEËN
A
AANDELENBEURS – Drijft op de golven van het onderbewuste.
ACHTERBUURT – Broedplaats voor grootse romans.
ACTEURS – Verdienen altijd meer dan actrices. Je daarover opwinden.
ADEL – Uitstervend ras. De laatsten met werkelijke verfijning. Ze ophemelen wanneer ze een hart hebben voor het gewone volk.
ADVOCAAT – Van de duivel.
AFTAKELING – We zullen het allemaal moeten ondergaan. Voor vrouwen tragischer dan voor mannen.
AKTETAS – Enkel poseurs en sukkelaars dragen ze nog.
ALCOHOLISME – Iets van de vorige generatie. Altijd je eigen drankgebruik speels problematiseren om door je gesprekspartner gerustgesteld te worden.
AMBITIE – Of kinderen?
AMBTENAAR – Op afgeven. Is een radartje in de bureaucratie. Altijd verwikkeld in Kafkaëske situaties.
AMERIKA – Moreel en maatschappelijk voorbeeld: alle hashtags komen er vandaan.
ANGST – Enkel voor de dapperen – of de weekhartigen.
ANTIEK – Misschien is er nog wel geld mee te verdienen in een TV-show.
AQUADUCT – Gebouwd door de Romeinen.
ARBEIDER – Werkt nog altijd in een fabriek. Schrijft in de pauze stiekem poëzie.
ARCHITECTEN – Knoeiers. Kijk maar om je heen.
ARMEN – Maken meestal de verkeerde beslissingen.
ASFALT – Is er teveel van.
AUSTRALIË – Daar ga je naartoe als je niet weet wat je met je leven aan moet.
AUTO – Noodzakelijk kwaad. Je bent er eigenlijk tegen, maar anders kunnen de kinderen niet veilig naar school.
AUTHENTIEK – Geldt enkel voor dingen die op de juiste wijze in verval zijn.
AVONDMENS – Meestal in de culturele sector. Zijn intelligenter dan ochtendmensen.
B
BAARD – Wordt gedragen door hipsters, Moslims en extreem-rechts. Verbergt een slechte kaaklijn heel doeltreffend. Er zitten meestal etensresten of kleine diertjes in verscholen.
BABY – Vermijden te zeggen dat ze schattig is als het een meisje is en stevig als het een jongetje is. In het vliegtuig zit er altijd wel eentje die de hele vlucht weent. Stinkt nogal, behalve wanneer het van jezelf is. Wanneer er een baby in het gezelschap aanwezig is mag je alleen maar daarover praten.
BAL (gekostumeerd) – Het zou veel gemakkelijker zijn om een partner te vinden wanneer ze nog bestonden.
BASILIEK – Iets met een bol.
BANKSY – Niemand weet hoe hij eruitziet.
BEDELAARS – Zouden een vakbond moeten beginnen.
BEGRAFENIS – Ontbeert rituelen omdat atheïsten niet genoeg fantasie hebben.
BEGROTING – Moet altijd in verband gebracht worden met een huishoudboekje.
BELANGSTELLING – Belangrijk om te doen alsof je het hebt wanneer op je beurt wacht om te praten.
BELASTING – De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. Je bent een dief van je eigen portemonnee wanneer je geen manier vindt om minder te betalen.
BELG – Bestaat niet.
BEROEMDHEID – Heeft zijn roem altijd te danken aan zijn commerciële aanpak: “Hij is meer een zakenman dan een artiest”.
BETONSTOP – Politiek gezemel.
BEURSHANDELAAR – Een dief met een das om.
BEWEGING – Klinkt beter dan ‘politieke partij’.
BEZIT – Moet beschermd worden.
BIBLIOTHEEK – Er altijd een in huis hebben, maar klagen over zijn omvang omdat het verhuizen zo omslachtig maakt.
BIER – De glazen boterham. Is eigenlijk voor mannen.
BIJBEL – Afschuwelijk, maar noodzakelijk om onze samenleving te begrijpen.
BITCOIN – Steeds vertellen over een kennis die er schatrijk door is geworden. Spijt hebben dat je je er nooit in hebt verdiept.
BLANK – Mag men tegenwoordig niet meer zeggen.
BLONDINE – Zeker niet dommer dan anderen, maar toch…
BOEDDHISME – De meest onschadelijke religie: in de meeste decorwinkels kan men een boeddha vinden.
BOEK – Na een uitgebreid persoonlijk verhaal: “Ik zou er een bóék over kunnen schrijven.”
BOEKDRUKKUNST – Het eerste massamedium. Het begin van heel veel ellende.
BOERDERIJ – Plek om tijdens je vakantie te verblijven. Liefst waar er nog gebruiksvoorwerpen van vroeger liggen zoals een wafelijzer, melkbus, ragebol of onderbindschaatsen.
BONT – Alleen als het tweedehands is.
BOOT – Is geen schip.
BOS – Stemt tot nadenken. In lente toneel van romantiek, stemt in de herfst melancholisch.
BORSTEN – Proberen niet naar te kijken.
BUFFET – Een chique aanduiding voor inox bakken waarin voedsel lauw wordt gehouden door middel van stinkende vuurpotten. Toch wekken de glimmende deksels een hoopvolle appetijt.
BUREN – Wonen te dichtbij.
BURGERLIJKHEID – Op afgeven. Komt vooral voor bij mensen met een gezin en een vrijstaand huis. Wanneer je iemand ervan beschuldigt, de nadruk op de U overdrijven. “Die is zo bùrgerlijk!” Je bent het natuurlijk nooit zelf.
BURN-OUT – Dé ziekte van onze tijd. Stiekem denken dat al die mensen zich aanstellen.
C
CABARETIERS – Gaan vaak de politiek in.
CADEAU – Altijd doen alsof je er blij mee bent. Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.
CANCEL CULTURE – Is doorgeslagen. Hopen dat je niet het volgende slachtoffer bent.
CENSUUR – Bestaat niet alleen in China en Rusland!
CHAMPIGNONS – Zijn allemaal met elkaar en met de bomen verbonden. Ze zullen al onze problemen oplossen, van voedselschaarste tot milieuvervuiling.
CHIRURGEN – Verdienen te veel geld. “Het zijn gewoon mechaniekers van het lichaam!”
CHRISTENDOM – Uiteindelijk toch beter dan die andere religies.
CIDER – Ervoor zorgen dat je vrienden in Frankrijk hebt die het zelf maken.
CINEMA – Staat op sterven.
COLA – Zuiverend voor de maag. Je kunt er centen mee bleken. Symbool van de consumptiemaatschappij.
COLTRUI (zwart) – Behoort tot de standaardgarderobe van een intellectueel die tot de intellectuelen wil behoren.
COMFORT – Daar betaal je voor.
CONCERT – Ga je enkel naartoe wanneer je jong bent en een lief zoekt. (Naar concerten van klassieke muziek gaan enkel grijsaards.)
CONCESSIES – Iedereen moet ze doen. In de politiek zijn ze een teken van zwakte.
CONCURRENTIE – Leidt alleen maar tot meer stress. Is helaas wel noodzakelijk voor het functioneren van onze economie.
CONSERVATISME – Het wordt steeds onduidelijker wát er geconserveerd zou moeten worden.
CONSTIPATIE – Heeft een psychologische oorzaak, meestal verlatingsangst.
CONVERSATIE – Liever niet over identiteitspolitiek.
CORONA – Genereert heel ambetante politieke debatten. Creëerde het ‘nieuwe normaal’, wat dat ook moge wezen.
CORPULENTIE – Teken van armoede (en luiheid).
COULEUR LOCALE – Het decor van avonturenfilms.
CRITICUS – Zou wel wat strenger mogen zijn.
CYNISME – Komt meestal voor bij mensen met een slecht karakter.
D
DANK – Je ermee uitputten terwijl je je schuldgevoel onderdrukt.
DANS – Op de beat heen en weer wiegen en in het oor van vage bekenden schreeuwen.
DARMEN – Bepalen je gemoed en zelfs je intelligentie.
DARWIN – Was blijkbaar ook al een racist.
DENKEN – Zodra je begint te denken, herinner je je iets treurigs.
DEPRESSIE – Ligt altijd op de loer. Kan een excuus zijn om gemaakte afspraken niet na te komen.
DESSERT – Je hoopt er altijd op, wordt helaas zelden aangeboden. Nederlanders zeggen ‘toetje’.
DIAMANT – Altijd voorafgegaan door ‘bloed’. Enkel in het bezit van bandieten, sterren of Joden.
DIEPZINNIG – Zulke gesprekken moet je met je geliefde kunnen hebben. Anders kan je het net zo goed meteen uitmaken. (zie HUMOR)
DIEREN – Zijn schattig of vies. In verre landen kunnen ze ook gevaarlijk zijn.
DINEREN – Je krijgt dan versnaperingen vooraf, waardoor je enkel aan eten kunt denken. Jezelf in afwachting van het hoofdgerecht forceren om gesprekken te voeren, terwijl je probeert te vermijden de voornoemde versnaperingen met je ogen te volgen tot ze in de monden van je tafelgenoten verdwijnen.
DIPLOMA – Is ernstig aan inflatie onderhevig. Straks heeft zelfs de dakdekker een doctoraat.
DIVERSITEIT – Het bevorderen waard.
DOCENT – Papt ook na #metoo dikwijls aan met studentes.
DOCUMENT – Werkelijk voor álles is een attest of bewijs nodig! Bij verknochtheid aan paperassen, zie AMBTENAAR.
DOCUMENTAIRE – Maak dáár maar eens een documentaire over!
DOGMA – Te vermijden.
DOLFIJN – Lievelingsdier van Poetin. Werd tijdens de tweede wereldoorlog ingezet als spion.
DRUIPSTEENGROT – Een kathedraal van gestolde tijd! Onze vroege voorvaderen organiseerden er rituele ceremonies (orgies).
DROOM – Een symbolische uiting van je diepste erotische verlangens.
DUIF – Werd tijdens de tweede wereldoorlog ingezet als boodschapper. Vandaag vooral gekend als vliegende rat.
DUITSERS – Zullen nooit de zwarte bladzijde van hun geschiedenis kunnen omslaan. Heel degelijke mensen.
DWERG – Mag je niet zeggen. Het verhaal van sneeuwwitje zit vol verborgen Freudiaanse verwijzingen.
E
EENDEN – Liepen hun hele leven achter Konrad Lorenz aan.
EGOÏSTEN – Worden door een samenleving als die van ons gekweekt.
EI – Mensen die ze rauw eten zijn vrijmoedig. Eén is geen.
EINDEXAMEN – Het ticket naar je toekomst. Geeft altijd een vertekend beeld.
EINSTEIN – Bekend om zijn sterke quotes.
E-MAIL – Klagen dat je er veel te veel krijgt. Vertellen hoeveel je er nog moet beantwoorden. Als het er veel zijn ben je belangrijk.
EMANCIPATIE – Is nog altijd niet voltooid. Moet in iedere beleidstekst, beginselverklaring en artist statement worden opgenomen.
EMIGRANTEN – Zeggen dat ze gewoon niet weten wat ze met hun leven aan moeten. Er jaloers op zijn.
EMOTIE – Nooit laten opspelen. Vrouwen hebben er meer last van.
ENCYCLOPEDIËN – Met het internet is alle kennis binnen handbereik, maar ze toch blijven bewaren, want je weet maar nooit.
ENGELS – Alle termen die echt van belang zijn moet je in het Engels uitspreken. Zorgt voor verloedering van de Europese talen.
ENGELSEN – Drinken zich knel, kleden zich schaars en zitten met de Brexit in hun maag.
ENTHOUSIASME – Oppassen dat je er niemand mee voor de borst stoot.
ELFSTEDENTOCHT – Wanneer het meer dan twee dagen vriest ontvlamt de hoop. Opwinding trekt door Nederland totdat de ijsmeester de hoop verbrijzelt.
ERGERNIS – Altijd mateloos.
ERUDITIE – Eigenschap van narcisten.
ETYMOLOGIE – Onontbeerlijk in poëtische essays.
EXPERT – Heeft de oplossing voor het probleem.
F
FABRIEK – Loost stiekem gifstoffen in de rivier.
FAMILIELEDEN – Altijd heel vervelend en kleinburgerlijk. Er toch ieder weekend naartoe gaan.
FANFARE – Geeft een authentieke ervaring van de manier waarop men vroeger feestvierde.
FANTASIE – Kan uit de hand lopen. Is alles wat je nodig hebt om kunstenaar te zijn.
FILOSOFIE – Dingen moeilijker maken dan ze zijn. Als iemand zegt dat hij filosoof is klinkt dat imponerend, maar dan weet je ook meteen dat hij van een werkloosheidsuitkering leeft.
FOETUS – Zal altijd een verhit debat blijven uitlokken. Spannend vanwege het taboesfeertje.
FORD (Henry) – Heeft de rollende band uitgevonden. De meest invloedrijke man van de 20e eeuw.
FOTOGRAAF – Heeft 24 keer per seconde makkelijker werk dan een filmmaker.
FRAUDEUR – Alleen erg als hij van buitenlandse origine is.
FUKUYAMA – Heeft het einde van de geschiedenis aangekondigd. Hij had ongelijk!
G
GAPEN – Doet gapen.
GANGES – Heilige rivier. De Indiërs gooien er hun afval en lijken in.
GANZENLEVER – Het niet over je hart kunnen krijgen om het te eten.
GARAGE – Alle grote techbedrijven zijn daar begonnen.
GEDICHTENBUNDEL – Je betaalt vooral voor de witregels.
GEDRUKT – Wanneer je werk gedrukt wordt, heb je het gemaakt in het leven. Alleen jammer dat men niet meer leest.
GEHEUGEN – Zeggen dat je een slecht geheugen voor gezichten hebt en je daardoor permitteren geen namen te onthouden.
GELD – Regeert de wereld, gaat altijd voor de mensen en de natuur en maakt niet gelukkig.
GELUK – Gelukkig zijn is een levenshouding. Kan worden bereikt door mindfulness en meditatie, maar daar hebben normale hardwerkende mensen geen tijd voor.
GEMEENSCHAP – Niet denken aan de ene betekenis. Altijd denken aan de andere betekenis. Je moet altijd laten doorschemeren dat je werk er een positieve invloed op heeft.
GENERAAL – Droomt van paarden en pantservoertuigen. Staart dikwijls naar de horizon.
GENIALITEIT – Ligt al vanaf de geboorte vast. Gaat meestal samen met nervositeit.
GENIETEN – Je moet het doen nu je nog kunt.
GESCHIEDENIS – Wordt geschreven door de overwinnaar.
GEWEER – Erg opwindend, maar je luidruchtig laten voorstaan op pacifisme.
GEWELD (zinloos) – We moeten ervoor vechten om het te stoppen.
GEZELLIG – Moet met nadruk worden uitgesproken wanneer je met vrienden of kennissen in de woonkamer plaatsneemt. Staat in direct verband met Pickwick en Yogi thee-labels.
GEZEGDEN – Men moet zijn gezegden kennen!
GEZICHT – Schoonheid zit vanbinnen. Toch kan je in één oogopslag zien wat iemand in huis heeft.
GEZONDHEID – Je weet pas wat een goede gezondheid is wanneer je het kwijt bent.
GLIMLACH – Kost niets.
GOD – Is dood, en wij hebben hem vermoord. Jazeker, Nietzsche.
GOTHIEK – Altijd denken aan de klokkenluider van de Notre Dame, en daardoor aan de brand. Je erover opwinden dat er miljarden werden gedoneerd voor de reconstructie terwijl het Amazonewoud in brand stond.
GRAMMATICA – De regels worden steeds vaker overschreden. Dit is een teken dat onze taal aan het verloederen is.
GRIEKENLAND – De bakermat.
GYMNASTIEK – Verkwikkend voor lichaam en ziel. Gymnastiekleraars zijn vaak viezerikken.
H
HANDEL – Handelaren zijn parasieten.
HANDSCHRIFT – Onthult zeer veel over iemands karakter.
HANGMAT – Ideale plek voor een selfie.
HARINGEN – Dienen hangend aan de staart gegeten te worden. Authentiek Hollands gebruik.
HARP – Wordt bespeeld door elegante dames. Je voorstellen hoe ze dat gigantische ding op de trein krijgen.
HART – Is een spier!
HARTSTOCHT – Moet bedwongen worden, tenzij men écht verliefd is.
HELDEN – Die werken in de zorg.
HERDER – Zeer authentiek beroep. Wanneer je ze op vakantie tegenkomt het gevoel hebben dat je deelgenoot bent van het ware landelijke leven.
HOND – Hij doet niks. Hij wil alleen maar spelen.
HORIZON – Die moet je altijd in het zicht houden.
HUMOR – Dit moet je absoluut gemeen hebben met je geliefde, anders kan je het net zo goed meteen uitmaken. (Zie DIEPZINNIG)
I
IDEAAL – Blijft altijd onbereikbaar.
IJSJE – Het is onzedelijk om naar een vrouw te kijken die aan een ijsje likt.
IJSBERG – Doet aan de Titanic en de klimaatcrisis denken.
ILLUSIES – Maak je er maar geen!
INDIA – Gaat men naartoe om zichzelf te vinden.
INKT – Vroeger kon men klerken en intellectuelen herkennen aan inktvlekken op hun vingers. Vandaag hebben ze een muisarm. We leven in prozaïsche tijden!
INTERESSANT – Zeggen wanneer je eigenlijk geen mening hebt.
INTERNET – De oorsprong van alle samenzweringstheorieën. Het laden van één pagina kost evenveel energie als het zetten van een kopje koffie.
INTERVIEW – Altijd openhartig.
INTUÏTIE – Dat moet je altijd volgen. Vrouwelijk.
IMMIGRATIE – Dé splijtzwam van Europa.
IMPORT – Komt meestal uit China en is van inferieure kwaliteit.
ITALIË – De ideale vakantiebestemming. De mannen zijn er vreselijke macho’s.
J
JALOEZIE – Je jaloezie voor collega’s of geliefden moet je proberen te verbergen.
JAPANNERS – Kennen een zeer verfijnde cultuur, hebben de meest bizarre fetisjen en plegen meestal op rituele wijze zelfmoord.
JEUGD (de) – Een verloren generatie.
JEZELF – Het zijn is het allerbelangrijkste.
JONGEMAN – Wordt enkel uitgesproken wanneer de betroffene iets op zijn kerfstok heeft.
JURY – Is altijd bevooroordeeld.
K
KAALHEID – Is een stille tragedie. Wanneer het moment komt dat een man zijn lot aanvaardt en zijn resterende lokken afknipt, moet je hem complimenteren: “Het is beter zo.”
KAARS – Geeft een romantisch effect. Mag je nooit uit het oog verliezen wegens brandgevaar.
KAARDEBOL – Daar werd vroeger het wol mee gekaard. Zo inventief dat ze vroeger waren met de natuur!
KAASPLANKJE – Geeft een bourgondisch cachet aan reünies.
KAASKORST – Uitgevonden door de Nederlanders om hun kaas goed te houden tijdens hun boottocht naar Indië.
KAMEEL – Heeft water in zijn bulten.
KERNREACTOR – Vroeg of laat gaat het mis, kijk maar naar Tsjernobyl en Fukushima.
KIND – Spreekt de waarheid, net als dronkenmannen.
KLASSE – Daar moet je je bewust van zijn.
KLIMAATMARS – Daar doen vooral notoire spijbelaars aan mee. Altijd goed rondkijken of je een van de beroemde klimaatscholieren kunt spotten.
KLOEK – Wanneer je over zeventigplussers spreekt.
KOFFIE – Een bakkie troost. Goed voor de stoelgang.
KORAN – Moderner dan de Bijbel, maar bevat meer geweld.
KOUDE – Stimuleert de bloedsomloop. Word je sterk van.
KRANTEN – Kunnen bij het oud papier. De journalisten zijn te lui om hun werk goed te doen en schrijven dan maar opiniestukken. De geschreven pers is sowieso een aflopende zaak.
KROONTJESPEN – Staat zeer chic. Geeft het gevoel een echte schrijver te zijn.
KRUISJE – Wordt gedragen door Christenen, maar ook door jongeren die er niks mee bedoelen. Dit toont aan dat in onze maatschappij alle waarden slechts mode-items zijn.
KUNST (modern) – Valt altijd tegen.
KUNST (schone) – De meest verheven uiting van beschaving. Hoort bij iedere stedentrip.
KUSSEN – Zorgt altijd voor verwarring voor de interregionale reiziger of de kosmopoliet. Eén? Op iedere wang? Drie? Uitroepen dat je het ook allemaal niet meer weet.
L
LANDBOUW – Het kan zo niet verder. Maar de politiek durft niet in te grijpen uit angst voor boze boeren met tractors en hooivorken.
LEEFTIJD – Het leeftijdsverschil van een koppel moet altijd besproken worden. Een oudere vrouw met een veel jongere man, dat moet gewoon kunnen. Jonge mannen die vallen op oude vrouwen hebben een verstoorde relatie met hun moeder. Oude mannen die vallen op jonge vrouwen zijn vol levenslust.
LEEGTE – Daar is geen plaats voor.
LEEUW – De koning der dieren. Laatst werd er nog een doodgeschoten door een tandarts. Schandalig!
LEGER – Kunnen we het niet opdoeken? Men moet praten en niet vechten.
LERAAR – Wordt schandelijk onderbetaald.
LIBERAAL – Gebruikt gewoon zijn gezond verstand. Bevindt zich tussen twee extremen.
LICHAAM – Het is belangrijk om je erin thuis te voelen. Zuidelijke volken kunnen dit beter dan Noordelijke.
LIEFDE – Het is ingewikkeld / heel simpel.
LITERATUUR – Is altijd autobiografisch, wat de schrijver ook mag beweren.
LOGEREN – Bij een vriend van hetzelfde geslacht schept het een bijzondere band. Bij een vriend van het andere geslacht is er de mogelijkheid dat er ‘iets gebeurt’.
LOURDES – Altijd vertellen over een kennis die er heilig water had meegenomen, er jaren later van dronk om haar jicht te genezen en met een zware bacteriologische infectie in het ziekenhuis belandde.
M
MAAG – Is zeer gevoelig. Maagzweren zijn altijd het gevolg van stress.
MAATSCHAPPIJ – Dat zijn wij. Je kent echter niemand die er deel van uitmaakt.
MADRID – Als iemand er op Erasmus is geweest kan je ervan uitgaan dat diegene er een wilde tijd heeft gehad.
MASSA – Gedraagt zich altijd onbehoorlijk tijdens demonstraties. Laat zich makkelijk meeslepen en wordt voortgestuwd door onderbuikgevoelens (bestaande uit haat ofwel goedkoop sentiment).
MEDELIJDEN – Is de basis van iedere goede daad.
MEGASTAL – Kan je geen boerderij meer noemen, dat is een fabriek! Boeren zijn tegenwoordig managers.
MELK – Een glas melk drink je enkel voor het slapengaan. Als je een lintworm hebt moet je een glaasje voor je mond houden, dan komt hij naar buiten.
MENSELIJK – Zelfs de grootste misdadiger heeft zo een kantje.
MERK – Wanneer je kleding met merk draagt, ben je gewoon een gratis reclamebord.
MET ELKAAR – Populair voegwoord om de gemeenschapszin aan te wakkeren. “We hebben met elkaar deze regels afgesproken…”
MIDDELEEUWEN – Beroemd om de Zwarte Dood, de uitvinding van de boekdrukkunst en het verven van textiel met urine.
MINIROKJES – Vormen een gevaar voor huwelijken.
MOTORRIJDER – Zal nog eens op gruwelijke wijze aan zijn einde komen.
MUG – Het bewijs dat God niet bestaat.
MUSK (Elon) – De gevaarlijkste man op aarde.
N
NACHTMERRIE – Moet geanalyseerd worden want heeft altijd een diepe betekenis.
NAPOLEON – Door zijn toedoen heeft iedereen een achternaam.
NATUUR – Liefst ongerept.
NATUURWIJN – Hiermee kan je je makkelijk voordoen als wijnkenner. Is bovendien ecologischer.
NEDERLAND – Het Amerika van Europa.
NEDERLANDERS – Praten te luid. Hebben hun werkethiek te danken aan het protestantisme.
NEGATIEF – Al het negatieve heeft ook een positieve kant. “Elk nadeel heb z’n voordeel.”
NETWERKEN – Tegen iedereen zeggen dat je het verafschuwt, maar verzuchten; “zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar.” Moet samengaan met een feestelijke sfeer.
NOTARISSEN – Doen deftig en verdienen veel te veel geld voor een simpel velletje papier.
NIEZEN – Altijd voluit!
O
OCEAAN – Zit vol met plastic.
OCHTENDMENS – Is meestal een uitslover en zelden amusant op café.
OESTERS – Zijn een afrodisiacum. Iedere keer wanneer je ze eet dit weetje vertellen.
OLIFANTEN – Nemen soms na decennia nog wraak op hun baas. Kijken erg droevig, vooral die in dierentuinen.
ONBEDACHTZAAMHEID – “Één moment van onbedachtzaamheid kan maken dat men weken schreit.”
ONDERWIJS – De kwaliteit ervan gaat al jaren achteruit. Het is altijd goed om tijdens een gesprek een aantal zelfbedachte hervormingen te berde te brengen.
ONGELUK – Zit in een klein hoekje.
OPENBAAR VERVOER – Rampzalig. Dwingt de mensen om met de auto te reizen.
OPGEWEKTHEID – Eigenschap van naïeve mensen.
ORWELL – Was een visionair. Wanneer je het hebt over surveillance, het altijd Orwelliaans noemen. Dit staat je toe om met één woord een uitgebreide analyse te geven.
P
PAARDEN – Zijn heel gevoelige dieren en leren je in contact te staan met de natuur.
PAPERCLIP – Daar kan je sloten van deuren en handboeien mee openkrijgen.
PARIJS – Te romantisch om in je eentje naartoe te gaan.
PARTNER – Het gebruik van dit woord zaait verwarring over het geslacht van de geliefde en de aard van de relatie.
PETITIE – Die moet je tekenen.
PLASTIC – Zal het enige zijn wat er van onze beschaving overblijft.
PLEIN – Een plein zonder bomen is een schande.
POES – Is beter in het bewonen van een huis dan een mens.
POLITIE – Zou zich beter met échte misdaad bezighouden!
POLITICUS – Leugenaar.
POST-MODERNISME – Wanneer niets er nog werkelijk toe doet. Het wordt tijd voor een nieuwe stroming; het heeft nu wel lang genoeg geduurd.
PROBLEEM – Als iemand zegt dat er geen probleem is, is er wél een.
PROUST (Marcel) – Zij die hem gelezen hebben, vinden zichzelf heel wat. Erg langdradig.
R
RACLETTEN – Een hartverwarmende traditie. Je afvragen hoe ze dat vroeger deden zonder miniatuurpannetjes met antiaanbaklaag.
RADIATOR – Geeft een ongezonde warmte af.
REACTIONAIR – Het voelt heerlijk om iemand zo te noemen. Geeft de indruk zelf heel werelds te zijn.
REALISTISCH – Dat moet je altijd blijven, en kunst ook. De ergste kritiek die je kan geven op een film is dat die niet geloofwaardig is.
RECEPT – Grootmoeders recept blijkt altijd uit een pakje te komen.
RECLAME – Wekt overbodige verlangens en bevordert de objectificatie van de vrouw. Je kunt er veel geld mee verdienen.
REGENJAS – Zeer onmodieus kledingstuk, maar heel nuttig voor fietsers.
REGENWOUD – Wordt gekapt. Als er één dier- of plantensoort uitsterft, stort het hele ecosysteem in. Gelukkig zijn regenwouden ver weg.
REIZEN – Een avontuurlijke hobby. Ideaal om foto’s voor je Tinder-account te maken.
REKENING – Er in het restaurant een erezaak van maken om hem te betalen. Hopen dat de ander nog sterker aan dat principe vasthoudt.
RELIGIE – Voor sommige mensen een hele troost.
RESTAURANT – Misnoegd zeggen dat je thuis beter te eten krijgt.
REVOLUTIE – Leidt nooit tot iets goeds.
RIETJES – Als ze van plastic zijn moet je ze weigeren. Zeeschildpadden verslikken zich erin.
RIJKDOM – Zeggen dat het onbelangrijk is. Toch op alle mogelijke manieren bijbeunen.
RIJM – Wordt tegenwoordig niet meer gebruikt in serieuze poëzie.
RING – Een trouwring verhoogt de aantrekkingskracht van iedere man.
ROK – Pikant vanwege de opening die slechts wordt verborgen door een ontoegankelijke kijkrichting. De opwinding bij glazen vloeren.
RUIMDENKEND – Wanneer je dit over jezelf zegt een ‘maar’ laten volgen.
RUSSEN – Hebben bewezen dat een communistische dictatuur geniale kunst voortbrengt.
S
SALADE – Heel gezond. Is goed voor de stoelgang.
SATIRE – Dat begrijpt men tegenwoordig niet meer.
SCHIP – Is geen boot.
SCHOONHEID – Vergaat. Over oude vrouwen zeg je dat ze nog best mooi zijn voor hun leeftijd.
SCHRIJVERS – Leven intenser. Vallen daardoor meestal aan depressies ten prooi.
SCHULD – Men moet zijn schulden terugbetalen. Ook de overheid.
SCHUTTING – Vaak een twistpunt onder buren. Hij wordt dikwijls zonder overleg geplaatst, is te hoog ofwel te laag en er komen geregeld objecten van de ene kant bij de andere kant terecht (ballen, katten, bladeren).
SEKS – In plaats daarvan zeggen dat ‘het’ is gebeurd, of beter nog dat er ‘iets’ is gebeurd. Het onderwerp bij voorkeur aansnijden wanneer er niets is gebeurd.
SEIZOENEN – Welke?
SELFIESTICK – Eerst kon je er nog mee lachen.
SMAAK – Valt niet over te twisten.
SNEEUW – Eskimo’s hebben er tientallen woorden voor.
STANDBEELDEN – Oude zijn seksistisch of kolonialistisch, moderne zijn meestal te abstract.
STEMRECHT – Tegenwoordig zou men het inruilen voor een nieuwe TV.
STOEL – De vaste stoel een overledene blijft altijd de zijne.
STOF – Waar komt het toch vandaan? Naar het plafond kijken.
STRESS – De oorzaak van alle ziekten en aandoeningen.
SUBSIDIE – Dit woord moet tijdens conversaties met familie vermeden worden.
SYNONIEMEN – Zie ETYMOLOGIE.
T
TANDEN – De stand van onze tanden is veel te geregulariseerd. Vroeger droeg een karakteristiek scheef gebit bij aan de persoonlijkheid.
TAPAS – Kleine hapjes uit Spanje.
TEMMERS (van wilde dieren) – Hebben een verknipt liefdesleven. Zullen binnenkort zonder werk zitten door de groeiende invloed van dierenactivisten.
TIBET – Moet bevrijd worden!
TIJD – Vliegt. Gaat steeds sneller naarmate je ouder wordt.
TONIJN – Altijd wanneer je het bestelt gok je erop dat niemand begint over dolfijnen in visnetten.
TROUWERIJ (je eigen) – De mooiste dag van je leven.
TSUNAMI – Je opwinden wanneer het woord wordt gebruikt in de context van vluchtelingen.
TRANSSEXUEEL – Dit woord absoluut vermijden. Ze lijken veel voor te komen als je in culturele instellingen naar het toilet gaat.
TWIJFEL – Millenials worden erdoor verlamd.
U
UITSLAPEN – Doe je best na stevige arbeid en met een schaamte die je luid verkondigt.
UITSPANSEL – Dit woord moet je gebruiken wanneer je ’s nachts een wandeling maakt met je date. Dit verhoogt de kans op een positieve afloop.
UITZONDERING – Bevestigt de regel.
UNIVERSITEIT – Het toneel van toxische machtsverhoudingen.
UTOPISCH – Alle grootschalige bouwprojecten uit de jaren ’60 waren het.
V
VACCINATIE – Op bedeesde toon vragen hoe de ander daarin staat. Proberen om niet veroordelend over te komen: kan aanleiding geven tot een onverkwikkelijk gesprek.
VASTGOED – De beste investering. Een huis huren is je geld wegsmijten.
VENETIË – Is helemaal gebouwd op houten palen en paardenleer. Moet snel bezocht worden voordat het onder water verdwijnt. Wanneer je dat doet, klagen over de hoeveelheid toeristen.
VERBOUWING – Duurt altijd langer dan verwacht. Het heeft eindeloos veel interessante details die je aan familie, vrienden en kennissen kunt vertellen.
VERDRIET – Moet je over praten, maar mag niet te lang duren.
VERLIEFDEN – Stellen zich vreselijk aan.
VERHAAL – We zijn allemaal verhalenvertellers.
VERSLAGGEVER – De afwezigheid van zijn stijl toont zijn objectiviteit.
VERLOEDERING – Altijd aanhalen wanneer je spreekt over Wallonië.
VLEES – Over honderd jaar zullen we het eten van vlees net zo immoreel vinden als slavernij.
VLIEGSCHAAMTE – Erg vervelend om last van te hebben wanneer je zoekt naar het goedkoopste reisplan.
VOETEN (koude) – Syndroom van singles.
VOORHOOFD – Hoe hoger hoe intelligenter.
VOORUITGANG – Ze denken het te bereiken door het afbreken van nationaal erfgoed.
VRIJHEID – De vrijheid van de een eindigt waar de die van de ander begint. Het meest misbruikte woord van de eeuw.
VRIENDSCHAP – Wordt zwaar onderschat. Vooral belangrijk in de periode tussen twee relaties in.
VROUWELIJKE COLLEGA – Brengt de nodige frivoliteit op de werkvloer.
W
WANDELING – Na een stevige wandeling heb je koffie met gebak verdiend.
WASHANDJES – Zijn walgelijk. Dienen voor het schoonvegen van genitaliën en kindergezichten.
WATER – Je moet het veel drinken. Zuivert het gestel. Je moet het altijd bij je hebben in een herbruikbare fles.
WC-PAPIER – Dat wordt gehamsterd tijdens een pandemie of oorlog, net als meel en olie.
WEER – Is nooit zoals ze hebben voorspeld. Dit zeggen alsof de meteorologen zich nooit aan de afspraak houden.
WETENSCHAP – Is meestal nutteloos, behalve wanneer het kan leiden tot een medicijn tegen kanker.
WIJNEN – Gezellig tijdverdrijf met vrienden of goede kennissen.
WILD – Authentiek vlees. Wanneer je het eet denk je aan jagers in leren broeken die op hun jachthoorn blazen.
WINTER – Klagen dat het geen échte winter is. Wanneer het sneeuwt: klagen over de koude.
WISKUNDE – Scherpt de geest. Vergt meer intelligentie dan alfawetenschappen.
WOEDEUITBARSTING – Komt voort uit voor seksuele frustraties.
WOESTIJN – Spreken over de woestijn van de realiteit, waarna je een veelbetekenende stilte laat vallen.
WOKE – Laten we het wel gezellig houden.
Y
YOGA – De meest modieuze manier van bewegen. Ook in onbekend gezelschap kun je tussendoor enkele houdingen aannemen omdat je erg gespannen bent door je werk.
Z
ZEE – Bevat meer mysterie dan het universum. De verbeelding van het sublieme. Brengt kunstenaars al duizenden jaren in vervoering.
ZEEMAN – Altijd bonkig, met grote handen en een rode neus.
ZEEZIEKTE – Alleen zwakkelingen hebben er last van.
ZELFMEDELIJDEN – Daar zwelgt men in. Heeft een tragisch kantje, net als zelfbevrediging.
ZELFMOORD – Wordt binnenkort de grootste doodsoorzaak.
ZEPPELIN – Vlogen de hele tijd in brand. Spijtig, want wat was dat een geweldig vervoersmiddel! Ze hadden rode gordijnen, hoogpolig tapijt en een lopend buffet.
ZIEKTE – Tegen een ernstig zieke moet je vertellen over een kennis die óók beter is geworden. Of hem in contact proberen brengen met een hele goede dokter die je kent via vrienden.
ZITTEN – Is het nieuwe roken.
ZOMER – Stelt altijd teleur.
ZON – Een brandende bal lava.
ZUCHTEN – Is verboden.
ZWAARD – Die van Damocles hangt altijd boven iemands hoofd en die van Excalibur zit vast in een steen. Kleine jongetjes willen er altijd een hebben.
ZWALUWEN – Het geluid van de zomer. Vroeger dacht men dat ze onder het ijs overwinterden.
ZWART – Voor kleding een veilige keuze, maar voor de rest is het een heel gevaarlijk woord.
ZWEEDS – Een taal die is uitgevonden voor kinderfilms.
ZWEETHANDEN – Teken van een slecht geweten.
No Comments